De oudste grafsteen ligt in het midden van de kerk links. Het stamt uit de vroege 16e eeuw en heeft twee familiewapens. Vermoedelijk afkomstig van het echtpaar Van der Strepen-Van Overhof. Beide echtlieden waren in dienst van graaf Hendrik III van Nassau. De dochter van dit echtpaar was begijn.De grafsteen in het midden van de kerk rechts dateert van 17e eeuw en is voor twee begijnen en een meesteres. Het begijntje Cornelia Verwijmers en de meesteres Maria Verwijmers, beide in 1647 overleden en de begijn Elisabeth Schellekens die in 1731 in dit graf is bijgezet. Het ruitvormige wapen met de Franse lelie en de drie rozetten, omgeven door een eikenblad met boven een gevleugelde schedel is waarschijnlijk van de familie Verwijmers.Een derde grafsteen ligt achterin de kerk en is voor twee begijnen die beide in 1701 zijn overleden: Adrianan Powels Floren en Anna Ooms.Voorin de kerk ligt de grafsteen voor de pastoor van de begijnen, Bernardus van Bergen. Hij had in 1790 met de Waalse Gemeente een overeenkomst gesloten om een grafkelder te mogen aanleggen voor hem en zijn opvolgers. De opvolgers zijn er echter nooit bijgezet. De grafsteen heeft als opschrift: “Monumentum pastorum Begginasii Bredani”.De laatste steen bedekt een collectieve begraafplaats voor een onbepaalde hoeveelheid beenderen van begijnen die zonder individuele grafsteen in de kerk werden begraven en dateert uit de 18e eeuw.Tijdens de laatste restauratie zijn alle resten overgebracht naar de begraafplaats Zuylen waar voor de begijnen een aparte ruimte is ingericht.